echteloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder in de wettelijke echt te zijn verbonden, in zonde levend
♢ Het echteloze paar leefde al vele jaren gelukkig samen.
Woordherkomst
afgeleid van echt met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
Synoniemen
hokkend
Gepubliceerd op 13-11-2017
echteloos
betekenis & definitie