Tussen St. Goar en Oberwesel rijst aan den overkant loodrecht uit den Rijn een 200 meter hoge rots op.
Die rots is de bekende Lorelei. Zij was vroeger gevaarlijk voor de scheepvaart en de legende stelt haar dan ook voor als een schone sirene, die door haar betoverend gezang de varenslieden misleidde, zodat hun schepen tegen de rots te pletter liepen.
Volgens andere sagen lag in haar nabijheid de Nibelungen-schat in den Rijn verzonken. De rots is in talloze balladen bezongen; het bekendste van deze is Heine’s lied, dat begint met den regel: „Ich weisz nicht, was soll es bedeuten”.