Wanneer een beek of een rivier in een meer of in zee uitstroomt, kan er een delta ontstaan. Stroomt een rivier n.l. in een meer, dan wordt de stroomsnelheid plotseling veel geringer en de rivier kan zodoende niet al het puin, dat ze meevoerde, verder brengen.
De zwaardere meegevoerde delen bezinken en de lichtere deeltjes worden nog verder gevoerd.Ook hangt de afzetting af van de stroomsnelheid van de rivier op verschillende tijden. Heeft de rivier een grote stroomsnelheid, dan zal ze grote stenen mee kunnen voeren en dus grote stenen laten bezinken in het meer. Is de stroomsnelheid kleiner, dan worden slechts de kleinere steentjes meegevoerd en afgezet.
Zo kunnen wij dus uit de samenstelling van de delta weten, of de rivier een grote of een kleine stroomsnelheid bezat.
De rivier werpt zo aan haar monding een verhoging op, die ten slotte gelijk met het wateroppervlak komt en er bij laag water zelfs iets bovenuit steekt. Als het zo ver gekomen is, gaat de rivier haar mond zijwaarts verplaatsen of ze snijdt zich weer in haar eigen puinafzetting in en vormt een nieuwe delta voor de oude.
Oorspronkelijk werd de naam delta slechts gebruikt voor de landstreek, die door de meegevoerde stoffen van den Nijl was opgebouwd en die den vorm had van de Griekse letter A (= delta), den vorm van een driehoek dus. Thans gebruikt men dezen naam ook voor alle andere riviermondingen, die in hetzelfde geval verkeren.
Eigenlijk vormt elke rivier een delta, maar in sommige gevallen wordt die weer even spoedig vernield als opgebouwd.
Wanneer een rivier in een open zee uitstroomt, dan voert in de meeste gevallen de zeestroming langs de kust de juist aangevoerde stoffen weer weg.
De meeste grote delta’s danken dan ook haar bestaan aan het ontstaan in een bocht, omdat daar de stroomsnelheid geringer is.
Jullie weten toch wel, dat het grootste deel van Nederland, namelijk van de hogezandgronden in ’t Oosten en Zuiden af tot aan de kust, de delta is van Rijn, Maas en Schelde?
Een van de grootste delta’s is die van den Ganges en de Brahmapoetra in Brits-Indië, die meer dan 85.000 K.M.2 groot is, meer dan maal zo groot als Nederland.
De meeste delta’s groeien nog elk jaar, hoewel het ene jaar meer dan het andere. De Rhône-delta zelfs bijna 25 K.M.2 per jaar.