Een optisch werktuig, om de sterkte van een suikeroplossing te meten. Het berust hierop dat de gewone suiker het vermogen heeft het polarisatievlak (zie Polarisatie) te draaien en wel des te meer naar mate de oplossing sterker is.
Men heeft ook kwartsplaten, die het polarisatievlak draaien in tegengestelde richting als de suiker, en de draaiing door de kwarts is ook evenredig met de dikte der plaat. Wanneer de suiker het polarisatievlak een bepaald aantal graden gedraaid heeft, tracht men door een kwarts van veranderlijke dikte de door de suiker ontstane draaiing te neutraliseeren. De gebezigde dikte der kwartsplaat geeft dan de procentische sterkte der suikeroplossing.Andere suikermeters berusten op de kleurof lichtsterkteverschillen door de draaiing van het polarisatievlak veroorzaakt. Men wendt de suikermeters aan in de suikerfabrieken bij het onderzoek der beetwortels en in de suikerziekte.
