Gepubliceerd op 06-12-2018

UITSPAREN

betekenis & definitie

UITSPAREN - (spaarde uit, heeft uitgespaard), besparen (inz. met moeite): eenig geld voor den ouden dag uitsparen; dat spaart hem veel moeite uit; vrijhouden, niet gebruiken, niet verven: in een muur een raampje uitsparen; plekken in het verfgoed uitsparen. UITSPARING, v. (-en).

< >