VRIJHOUDEN - (hield vrij, heeft vrijgehouden), de kosten (voor een ander) betalen : ik ga mee, als ge me vrijhoudt;
— behoeden voor : de jeugd van de besmetting der zonde vrijhouden;
— (zeew.) een anker vrijhouden, klaar houden;
— een schip van water vrijhouden, vlottend houden.