Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie R
- Reeks
- Reeling
- Reemes
- Reep
- Reepangel
- Reepbank
- Reepel
- Reepen
- Reephamer
- Reepmaker
- Reepnet
- Reepoot
- Reeposten
- Reepschieter
- Reeschaaf
- Reesel
- Reet
- Reetrekker
- Reeuw
- Reeuwen
- Reeuwer
- Reeuwkaf
- Reeuwsch
- Reeuwzweet
- Reevleesch
- Reevoet
- Refactie
- Refectorium
- Referaat
- Referee
- Refereeren
- Referein
- Referendaris
- Referendum
- Referent
- Referentiën
- Referte
- Reflecteeren
- Reflectie
- Reflectiecirkel
- Reflector
- Reflexbeweging
- Reflexibiliteit
- Reflexief
- Reform
- Reformatie
- Reformator
- Reformbeweging
- Reformbill
- Reformcostuum
- Reformeeren
- Reformist
- Reformistisch
- Reformjapon
- Reformpaard
- Refractair
- Refractie
- Refractor
- Refrangibiliteit
- Refrein
- Refrigerantia
- Refrigerator
- Refter
- Réfugié
- Refuseeren
- Refuteeren
- Refuus
- Regaal
- Regaalbruin
- Regaalpapier
- Regaleeren
- Regalen
- Regard
- Regardeeren
- Regatta
- Regdowa
- Regeerder
- Regeeren
- Regeering
- Regeeringloos
- Regeeringsalmanak
- Regeeringsambt
- Regeeringskind
- Regeeringsontwerp
- Regeeringstijd
- Regeeringswege
- Regeeringszaak
- Regeerkunde
- Regeerwerk
- Regeerzucht
- Regel
- Regelaar
- Regelbaar
- Regeldraads
- Regeleeren
- Regelen
- Regelharmonica
- Regeling
- Regelingen
- Regelingscommissie
