Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie P
- Primidi
- Primitief
- Primo
- Primogenitus
- Primogenituur
- Primordialiteit
- Primula
- Primus
- Principaal (1)
- Principaal (2)
- Principaalbas
- Principale
- Principe
- Principieel
- Prins
- Prinsdom
- Prinselijk
- Prinsemarij
- Prinsendoppers
- Prinsepsch
- Prinserij
- Prinses
- Prinsessenbier
- Prinsgezind
- Prinsgezinde
- Prinsjesdag
- Prinsmetaal
- Prior
- Priora
- Prioraat
- Priori (a)
- Priorij
- Prioriteit
- Prioriteitsaandeel
- Prise
- Priseerder
- Priseeren
- Priseertang
- Priseur
- Prisma
- Prismabeeld
- Prismatisch
- Prismoïde
- Prison
- Privaat (1)
- Privaat (2)
- Privaatbezit
- Privaatrechtelijk
- Privaatrechter
- Privatief (1)
- Privatief (2)
- Privatim
- Privé
- Privé-slaaf
- Priveeren
- Privilege
- Privilegieeren
- Prix(fr.)
- Pro (1)
- Pro (2)
- Pro-consul
- Pro-patria
- Probaat
- Probabel
- Probabilisme
- Probabiliteit
- Probatum est
- Probeeren
- Probeerjuffer
- Probeerkunst
- Probeersel
- Probeerstang
- Probiteit
- Probleem
- Problematiek
- Problematisch
- Procédé
- Procedeeren
- Procedure
- Procent
- Proces
- Proces-verbaal
- Proceskosten
- Processie
- Processieboek
- Processierups
- Processiesgewijze
- Processtukken
- Proceszaak
- Procesziek
- Proclamatie
- Proclameeren
- Procreatie
- Procreëeren
- Procrustes
- Procura
- Procuratie
- Procuratiehouder
- Procurator
