Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie P
- Proletariaat
- Proletariër
- Prolifiek
- Prollig
- Prolongant
- Prolongatie
- Prolongatie-contract
- Prolongeeren
- Proloog
- Promenade
- Promenadedek
- Promeneeren
- Promesse
- Promotie
- Promotiejager
- Promotor
- Promoveeren
- Promovendus
- Prompt
- Promptitude
- Promulgatie
- Promulgeeren
- Prondel
- Prondelgoed
- Proneeren
- Proneur
- Pronikgetal
- Pronk
- Pronkaard
- Pronkappel
- Pronken
- Pronker(d)
- Pronker(d)
- Pronkerig
- Pronkerij
- Pronkerwt
- Pronkgewaad
- Pronkkamer
- Pronkpaard
- Pronkster
- Pronkstuk
- Pronkwagen
- Pronkziek
- Pronkzucht
- Pronomen
- Pronominaal
- Prononceeren
- Prononciatie
- Pronselaar
- Pronselen
- Pronselgeld
- Pront
- Prontamente (it.)
- Pronunciamento
- Pronunziare (it.)
- Prooi
- Proosdij
- Proost
- Proostschap
- Prop
- Propaedeutica
- Propaedeutisch
- Propaganda
- Propaganda-college
- Propagandist
- Propagandistisch
- Propagatie
- Propageeren
- Propdarm
- Propeller (eng.)
- Proper
- Propertjes
- Propgat
- Prophylactisch
- Prophylaxe
- Propionzuur
- Proponeeren
- Proponent
- Proponentsformule
- Propoost
- Proportie
- Proportiepasser
- Proportioneel
- Proportionneeren
- Propos (a)
- Propositie
- Proppen
- Proppenschieter
- Proppetrekker
- Proppies
- Propriëteit
- Proprio motu
- Propulsie
- Propvol
- Propyleën
- Prorector
- Prorogatie
- Prorogeeren
- Proscenium
- Proscriptie
