Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie G
- Gorter
- Gortewater
- Gortgezwel
- Gortig
- Gortketel
- Gorzerij
- Gorzing
- Gospodar
- Gossiemijne
- Got(h)isch
- Got(h)isch
- Goteling
- Gotenburger
- Gothiek
- Gottegot
- Gouache-schilderkunst
- Goud
- Goudaard
- Goudaarde
- Goudachtig
- Goudader
- Goudblad
- Goudblik
- Goudbloem
- Goudblond
- Goudboekje
- Goudbrons
- Goudbruin
- Goudchloride
- Gouddraad
- Gouddropje
- Goudelingspepping
- Goudelixer
- Gouden
- Goudenregen
- Gouderts
- Goudether
- Goudgeel
- Goudgehalte
- Goudgroen
- Goudgulden
- Goudhaanseten
- Goudhaantje
- Goudhaar
- Goudharig
- Goudhoudend
- Goudisabel
- Goudkleur
- Goudklomp
- Goudlaken
- Goudland
- Goudleder
- Goudlegeering
- Goudmaker
- Goudmakreel
- Goudmijn
- Goudmol
- Goudpelde
- Goudpepping
- Goudpletter
- Goudpluvier
- Goudrijk
- Goudroede
- Goudsbloem
- Goudsch
- Goudschaal
- Goudslaan
- Goudslager
- Goudslijp
- Goudsmeden
- Goudsmid
- Goudsmidsgezel
- Goudsoldeer
- Goudspinner
- Goudsteen
- Goudstof
- Goudvaal
- Goudveil
- Goudvink
- Goudvisch
- Goudvisscher
- Goudwasscher
- Goudwerk
- Goulard-water
- Gourmand
- Gourmet
- Goût
- Goûteeren
- Gouvernante
- Gouverneeren
- Gouvernement
- Gouvernementeel
- Gouvernementsambtenaar
- Gouverneur
- Gouverneur-generaal
- Gouverneursboontje
- Gouverneurschap
- Gouverneursche
- Gouverneursplaats
- Gouverno
