Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie G
- Girande
- Girandole
- Girant
- Girasol
- Girator
- Gireeren
- Girgel
- Giro
- Giro-bank
- Girondijnen
- Girsen
- Gis
- Gisaldruk
- Gisp
- Gispelen
- Gispen
- Gispster
- Gissen
- Gissenderwijze
- Gisser
- Gissing
- Gist
- Gistboer
- Gisten
- Gister
- Gisteravond
- Gisteren
- Gistermiddag
- Gistig
- Gisting
- Gistingsproces
- Gistkelder
- Git
- Gitaar
- Gitano
- Gitgalon
- Gitsteen
- Gittegom
- Gitten
- Gitzwart
- Giwang
- Glaasje
- Glaasster
- Glaceetjes
- Glacéhandschoen
- Glacialine
- Glacis
- Glad
- Gladaf
- Gladakker
- Gladarig
- Gladbeitel
- Gladborstelen
- Gladcilinder
- Gladdeksbatterij
- Gladden
- Gladdig
- Gladekker
- Gladhameren
- Gladharig
- Gladheid
- Gladhout
- Gladiator
- Gladiolus
- Gladjanus
- Gladjes
- Gladkammen
- Gladloop
- Gladmaaien
- Gladmachine
- Gladmaken
- Gladmangel
- Gladmuil
- Gladmuis
- Gladneuzen
- Gladpan
- Gladplooien
- Gladrond
- Gladschaaf
- Gladschaven
- Gladscheren
- Gladschubbigen
- Gladschuren
- Gladslaan
- Gladslager
- Gladslijpen
- Gladsteen
- Gladstrijken
- Gladtafel
- Gladte
- Gladvijl
- Gladvijlen
- Gladweg
- Gladwerkssloep
- Gladwrijven
- Gladzak
- Glagah
- Glageeren
- Gland
- Glandig