Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie D
- Dienstvast
- Dienstverband
- Dienstverbreking
- Dienstvoorschrift
- Dienstvrij
- Dienstweek
- Dienstweigeraar
- Dienstwerk
- Dienstwillig
- Dienstzaak
- Dientafeltje
- Dientengevolge
- Dienvolgens
- Diep
- Diepbedroefd
- Diepblauw
- Diepdenkend
- Diepdoordacht
- Diepdruk
- Diepdrukgebied
- Diepen
- Dieper
- Dieperik
- Diepgaand
- Diepgang
- Diepgangsmerk
- Diepgangsmeter
- Diepgezonken
- Diepgronden
- Diepgrondig
- Diepliggend
- Dieplood
- Diepploeg
- Diepploegen
- Diepsel
- Diepspitten
- Diepte
- Dieptecijfer
- Dieptemeter
- Dieptemeting
- Diepvoren
- Diepzeefauna
- Diepzinnig
- Dier
- Dierage
- Dierbaar
- Dierenaanbidder
- Dierenbescherming
- Dierenchemie
- Dierenepos
- Dierenkenner
- Dierenoffer
- Dierenplaagster
- Dierenriem
- Dierensage
- Dierensymboliek
- Dierentemmer
- Dierenvel
- Dierenwereld
- Dierenziekte
- Diergaarde
- Diergelijk
- Dierhalve
- Dierkoop
- Dierkunde
- Dierlijk
- Diermensch
- Diersoort
- Dierversteening
- Dies
- Dies (natalis)
- Dies irae
- Diëten
- Diëtisch
- Diets
- Dietsch
- Dievegge
- Dieven
- Dievenaangezicht
- Dievenbende
- Dievenherberg
- Dievenjacht
- Dievenlantaarn
- Dievenleider
- Dievenoogen
- Dievenpak
- Dievenrot
- Dievensleutel
- Dieventaal
- Dievenvijl
- Dieverij
- Different
- Differentiaal
- Differentiaallamp
- Differentiaalrekening
- Differentiaalschroef
- Differentiaaltakel
- Differentiaaltarief
- Differentiaalthermometer
- Differentie
