(<Fr.), v. (-s, ...tiën),
1. (abstr.) herbouwing, wederopbouwing, herstelling: wij leven in een tijdperk van reconstructie; de reconstructie van die firma is onmogelijk, zij moet failliet; — herstel in de oorspr. gedaante: een poging tot reconstructie van de tekst;
2. (concr.) iets in zijn oorspr. vorm hersteld, kopie : een reconstructie van de tempel te T. ; de met een sterretje gemerkte vormen zijn reconstructies.