Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie E
- Ekstersprong
- El
- El caballero de la triste figura
- El-isolator
- Elaboratie
- Elagabalus
- Elam
- Élan
- Eland
- Elandantilope
- Elandhert
- Elandshoorn, elandshoren
- Elandsklauw
- Elandsvel
- Elapso tempore
- Elasticiteit
- Elasticiteitscoëfficient
- Elasticiteitsgrens
- Elasticiteitsmeter
- Elasticiteitsmodulus
- Elastiek
- Elastieken
- Elastiekje
- Elastiekmotor
- Elastisch
- Elateriet
- Elaterium
- Elaterometer
- Elatiet
- Eldeling
- Elder
- Elders
- Eldorado
- Eleaten
- Eleazar
- Electie
- Elector
- Electoraal
- Electoraat
- Electra
- Electricien
- Electriciteit
- Electriciteitsbedrijf
- Electriciteitsfabriek
- Electriciteitsleer
- Electriciteitsmeter
- Electriciteitsverbruik
- Electriciteitsvoorziening
- Electriciteitswerk
- Electriek
- Electrificatie
- Electrificeren
- Electrisch
- Electriseermachine
- Electriseren
- Electrisering
- Electro-analyse
- Electro-biologie
- Electro-chemie
- Electro-chemisch
- Electro-cultuur
- Electro-diagnostiek
- Electro-meteoren
- Electrocutie
- Electrode
- Electrodynamica
- Electrodynamisch
- Electrografie
- Electrogravure
- Electrolyse
- Electrolyt
- Electrolytisch
- Electromagneet
- Electromagnetisch
- Electromagnetisme
- Electrometallurgie
- Electrometer
- Electromobiel
- Electromotor
- Electromotorisch
- Electron
- Electronenmicroscoop
- Electronentheorie
- Electronisch
- Electrophoor
- Electroplastiek
- Electroscoop
- Electrostatica
- Electrostatisch
- Electrotechnicus
- Electrotechniek
- Electrotechnisch
- Electrotherapie
- Electrotypie
- Electrovalentie
- Electuarium
- Elefant
- Elefantiasis
- Élégance
- Elegant
