(electriseerde, heeft geëlectriseerd), (<Fr.),
1. electriciteit opwekken in, mededelen aan; de werking van electriciteit doen ondergaan: iem. electriseren, een of meer electrische stromen door een of meer zijner lichaamsdelen doen gaan;
2. (fig.) een prikkelende, aanvurende of bezielende werking op iem.’s geest of gemoed uitoefenen: een electrisercndc welsprekendheid ; — plotseling in heftige beweging brengen: die tijding electriseerde de gemoederen.