Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Electra

betekenis & definitie

[de stralende],

1. dochter van Agamem'non en Clytaem(n)es'tra, zuster van Iphigeni'a en van Orestes, die zij er toe aanzette de dood van hun vader te wreken (vgl. Aegisthus); de stof is zowel door Aeschylus als door Sophocles en Euripides behandeld;
2. een der Pleiaden, dochter van Atlas, bij Zeus moeder van Dardanus en Iasion.

< >