Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie T
- Turfvezel
- Turfvuur
- Turfwatten
- Turfwol
- Turfzolder
- Turgescent
- Turgescentie
- Turgor
- Turk
- Turken
- Turkoois
- Turkooizen
- Turks
- Turnen
- Turner
- Turngereedschap
- Turnles
- Turnoefening
- Turnster
- Turnus
- Turnvereniging
- Turpe est laudari ab illaudatis
- Turquoise
- Turrenkruid
- Turven
- Tusculum
- Tussen
- Tussenartikel
- Tussenbedrijf
- Tussenbeenspier
- Tussenbeentje
- Tussenbeide
- Tussenbestuur
- Tussenbeurt
- Tussenbod
- Tussenbouw
- Tussencelzelfstandigheid
- Tussendag
- Tussendak
- Tussendans
- Tussendeel
- Tussendek
- Tussendekplaat
- Tussendeks
- Tussendeksluik
- Tussendekspassagier
- Tussendeur
- Tussendijks
- Tussending
- Tussendominant
- Tussendoor
- Tussendoornbeentjes
- Tussendoornspieren
- Tusseneen
- Tussengalerij
- Tussengang
- Tussengebed
- Tussengebied
- Tussengelegen
- Tussengerecht
- Tussengeschreven
- Tussengevoegd
- Tussengezang
- Tussengording
- Tussengracht
- Tussengroep
- Tussenhandel
- Tussenhandelaar
- Tussenharmonie
- Tussenhersenen
- Tussenhistorie
- Tussenin
- Tussenkaaksbeen
- Tussenkamer
- Tussenklank
- Tussenkleur
- Tussenkomend
- Tussenkomst
- Tussenkoning
- Tussenlaag
- Tussenlanding
- Tussenletter
- Tussenleuning
- Tussenlid
- Tussenliggend
- Tussenlijn
- Tussenlinnen
- Tussenmaaltijd
- Tussenmetseling
- Tussenmuur
- Tussenpad
- Tussenpartij
- Tussenpersoon
- Tussenphase
- Tussenplaatsing
- Tussenplaneet
- Tussenpoos
- Tussenpozend
- Tussenpozing
- Tussenrang
