Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tussendoor

betekenis & definitie

bw., tussen twee voorwerpen heen; hij ging daar tussendoor; — ook van onstoff. zaken: een apart verhaal dat daar tussendoor loopt; — onder: er tussendoor gestrooide opmerkingen; — er tussendoor schreeuwen, schreeuwen onder het spreken van anderen: —(Zuidn.) tussenin; — in gemeenz. spreekt, ook met betr. tot tijdruimten gebruikt.

< >