Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Ruitertroep
- Ruitertrom
- Ruitervaan
- Ruitervogel
- Ruiterwacht
- Ruiterweg
- Ruiterzalf
- Ruitestruik
- Ruitezaad
- Ruitezalf
- Ruitijd
- Ruiting
- Ruitje
- Ruitjesbovist
- Ruitjesgoed
- Ruitjeslijn
- Ruitjesmicrometer
- Ruitjesolie
- Ruitjespapier
- Ruitjespatroon
- Ruitjesscherm
- Ruitjesschouw
- Ruitkever
- Ruitsgewijs, ruitsgewijze
- Ruitsteen
- Ruitverband
- Ruitvorm
- Ruitvormig
- Ruitwagen
- Ruitwater
- Ruitwijn
- Ruitzaad
- Ruiven
- Ruize
- Ruizelen
- Ruizemuizen
- Ruizen
- Ruizig
- Ruizigheid
- Ruk
- Rukje
- Rukken
- Rukking
- Rukvlaag
- Rukwind
- Rul
- Rule britannia, britannia rules the waves! britons never shall be slaves
- Rulheid
- Rulijs
- Rullen
- Rullig
- Rulligheid
- Rum, rhum
- Rumba
- Rumboon
- Rumessence
- Rumfles
- Rumgelei
- Rumglas
- Rumgrog
- Rumineren
- Rummetje
- Rumoer
- Rumoeren
- Rumoerig
- Rumoerigheid
- Rumoermaakster
- Rumoermaker
- Rumor in casa
- Rumpudding
- Rumpunch
- Rumsaus
- Rumstoker
- Rumstokerij
- Rumtaart
- Rumvat
- Run
- Run(ne)was
- Runbak
- Runbloei
- Rund
- Runderachtigen
- Runderbiefstuk
- Runderbloed
- Runderbout
- Runderdaas
- Rundergebraad
- Rundergehakt
- Runderhaar
- Runderhaas
- Runderharst
- Runderhart
- Runderhoorn, runderhoren
- Runderhorzel
- Runderhuid
- Runderlapje
- Runderlever
- Runderlong
- Rundermarkt
- Rundermest
