Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- Belegeringsaffuit
- Belegeringsartillerie
- Belegeringsbatterij
- Belegeringsgeschut
- Belegeringskunst
- Belegeringsmateriaal
- Belegeringspark
- Belegeringsspel
- Belegeringsstelsel
- Belegeringstroepen
- Belegeringsvoorwagen
- Belegeringswerk
- Belegeringswerktuig
- Beleggen
- Belegger
- Belegging
- Beleggingsfondsen
- Beleggingsfront
- Beleggingsmarkt
- Beleggingsraad
- Beleggingstrust
- Beleghout
- Belegklamp
- Beleglat
- Belegplaat
- Belegschroef
- Belegsel
- Belegslag
- Belegstaaf
- Belegstuk
- Beleid
- Beleiden
- Beleidvol
- Belekken
- Belemmeraar
- Belemmeren
- Belemmering
- Belemniet
- Belen
- Belenden
- Belending
- Belenen
- Belener
- Belening
- Beleningsbank
- Beleningscontract
- Beleningsrecht
- Beleningsrente
- Beleningsschuld
- Beleningsschuldige
- Beleren
- Belet
- Beletsel
- Beletselteken
- Beletseltje
- Beletten
- Beleven
- Belevenis
- Beleving
- Belezen
- Belezenheid
- Belezer
- Belezing
- Belfort
- Belg
- Belga
- Belgen
- Belgicisme
- België
- Belgisch
- Belgische
- Belhamel
- Belial
- Belialskind
- Belialsman
- Belichamen
- Belichaming
- Belichten
- Belichting
- Belichtingsmeter
- Belichtingssterkte
- Belichtingstabel
- Belichtingstijd
- Beliefte
- Beliegen
- Belieger
- Beliegster
- Believen
- Belijden
- Belijdenis
- Belijdeniscatechisatie
- Belijdenisgeschenk
- Belijdenispreek
- Belijder
- Belijderes
- Belijmen
- Belijming
- Belijnen
- Belijning
- Belikken
