(Fr.: tampon; Du.: Puffer; Eng.: buffer), in de eigenlijke betekenis: stootkussen; in de spoorwegtechniek de naam van verende stootplaten die aan de voor- en achterzijde van spoorwagens zijn aangebracht, te onderscheiden in stangbuffers met stompe kegelveer, kokerbuffers met ringveren of gespleten binnenveren, en buffers met rubberveren of met hydraulische voorzieningen. Voor lage rijtuigen worden buffers met evenwichtsstangen toegepast.
In overdrachtelijke zin wordt de term gebruikt voor elk middel dat een systeem in staat stelt een verandering in omstandigheden te verdragen, op te vangen of daarop minder gevoelig te reageren. Zo is bijv. in de fysische chemie een buffermengsel een mengsel dat de waterstofionenconcentratie van een oplossing minder gevoelig maakt voor toevoeging van zuur of base. Er zijn echter ook andere chemische buffers, zoals de oxidatie-reductiebuffer, die de redoxpotentiaal van een stelsel stabieler maakt en het absorptiecomplex dat ten opzichte van de ionen in de bodemoplossing een bufferwerking uitoefent.
In de computertechniek verstaat men onder buffer een geheugen tussen een computer en zijn in- en uitvoerorganen, in het algemeen van de ene eenheid naar de andere, dat gebruikt wordt om informatie tijdelijk te bewaren met het doel verschillen in snelheid van informatiestromen of een tijdverschil tussen twee gebeurtenissen te compenseren. Tevens wordt een buffergeheugen gebruikt als isolatiecircuit om te voorkomen dat een aandrijvend circuit beïnvloed wordt door een aangedreven circuit. In een buffergeheugen kunnen bovendien gegevens worden vastgelegd of worden gelezen tijdens een invoer- of uitvoerbewerking.