gewoonlijk met de toevoeging ik laat mij het werk niet uit de handen nemen, antwoord van iem. wie men het werk uit de handen wil nemen, die het dus moet opgeven, het onvoltooid moet laten. Dat uit dit breeuwer later bremer verbasterd zou zijn en de zegswijze oorspronkelijk een woordspeling tussen twee betekenissen van werk zou bevatten (een breeuwer, een werkman die de naden van schepen dicht stopt, geeft werk, geplozen touw, uit handen), wordt door de oudste plaatsen, waar Bremer en niet breeuwer staat (Winschooten 6: „het Varken de keel afsteeken en dan laaten leggen beteekent evenveel, als een Breemer sijn en meunniken werk doen”), niet bewezen en is bovendien zeer onwaarschijnlijk, daar thans Bremer niet anders kan betekenen dan inwoner van de stad Bremen. Van deze plaats is geen enkel algemeen bekend historisch voorval te vermelden, dat aanleiding zou kunnen geven tot het gebruiken van Bremer in de bedoelde zin, zodat het alle schijn heeft, dat de verandering van Bremer in breeuwer door de oudere taalkundigen als noodmiddel is bedacht, om de uitdrukking te kunnen verklaren.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk