Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie C
- continuatie (kontinuatie)
- Continuatierecht
- continuatierecht (kontinuatierecht)
- Continubedrijf
- continubedrijf (kontinubedrijf)
- Continue cultuur
- Continueren
- continueren (kontinueren)
- Continugaren
- Continuïteit
- continuïteit (kontinuïteit)
- Continuïteitsvergelijking
- Continuo
- Continuüm
- Continuümprobleem
- Contio
- Contiseren
- Conto
- Conton
- Contorsie
- Contorsionist
- Contortae
- Contour
- Contour (tijdschrift literatuur)
- Contour, tijdschrift
- Contourkaart
- Contourscherpte
- Contra
- Contra-enquête (kontra-enquête procesrecht tegen-getuigenverhoor
- contra-enquête (kontra-enquête)
- Contra-expert
- Contra-indicatie
- Contrabalans
- Contrabande (contrebande)
- Contrabas (contrebas)
- Contraboek
- Contraceptief
- Contraceptivum
- Contract
- contract (kontrakt)
- Contractant
- contractant (kontraktant
- Contractbieden
- contractbieden (kontraktbieden)
- Contractbreuk
- contractbreuk (kontraktbreuk)
- Contractbridge
- contractbridge (kontraktbridge)
- Contractcurve
- contractcurve (kontraktcurve)
- Contracten van Correspondentie
- Contractenrecht
- contractenrecht (kontraktenrecht)
- Contracteren
- contracteren (kontrakteren)
- Contracteur
- contracteur (kontrakteur)
- Contractie
- contractie (kontraktie)
- Contractiecoëfficiënt
- contractiecoëfficiënt (kontraktlekoëfficiënt)
- Contractiel
- contractiel (kontraktiel)
- Contractiele vacuole
- contractiele vacuole (kontraktiele vacuole)
- Contractietheorie
- contractietheorie (kontraktietheorie)
- Contractievorm
- contractievorm (kontraktievorm)
- Contractkoelie
- contractkoelie (kontraktkoelie)
- Contractpolis
- contractpolis (kontraktpolis)
- Contractsvrijheid
- contractsvrijheid (kontraktsvrijheid)
- Contractueel
- contractueel (kontraktueel)
- Contractuele makingen
- contractuele makingen (kontraktuele makingen)
- Contractuur
- contractuur (kontraktuur)
- Contractverzekering
- contractverzekering (kontraktverzekering)
- Contracultuur
- contracultuur (kontrakultuur)
- Contradans
- Contradiceren
- contradiceren (kontradiceren)
- Contradictie
- contradictie (kontradiktie)
- Contradictoir
- Contradictoir tegengesteld
- Contrafagot
- Contragegewicht
- Contragewelf
- Contraheren
- Contrair
- Contramal
- Contramars
- Contramine (contremine)
