Occulte woorden tolk

G. de Purucker (1981)

Gepubliceerd op 03-03-2025

Kāranopādhi

betekenis & definitie

(Sanskriet). Een samengesteld woord dat “oor¬zakelijk werktuig” of “werktuiglijke oorzaak” betekent in de lange reeks van wederbelichamingen waaraan menselijke en andere zich wederbelichamende entiteiten onderworpen zijn.

Upādhi, het tweede deel van deze woordverbinding, wordt vaak vertaald met “voertuig”; maar hoewel deze definitie voor algemene doeleinden nauwkeurig genoeg is, drukt ze niet de wezenlijke betekenis van het woord uit, die eerder “vermomming” is, of bepaalde natuurlijke eigenschappen of aangeboren kenmerken waarvan wordt aangenomen dat ze vermommingen, bekleedsels of maskers zijn, waarin en waardoor de geestelijke monade van de mens werkt, en op aarde en ongetwijfeld op de andere bollen van de planeetketen de herhaalde manifestaties van bepaalde functies en vermogens van deze monade teweegbrengt; en die verder nauw zijn verbonden met de omzwervingen van de monade door de verschillende sferen en rijken van de zonne-kosmos. In één bepaalde betekenis van het woord kan Kāranopādhi daarom bijna op één lijn worden gesteld met de gedachten die zijn uiteengezet onder de term māyā (zie aldaar), of de bedrieglijke vermommingen waardoor de geest werkt, of beter, waardoor geestelijke monadische entiteiten werken en zich manifesteren.De betekenis van Kāranopādhi is tweeledig, zoals in het kort is vermeld onder de term “oorzakelijk lichaam”. De eerste en meest gemakkelijke betekenis van deze term geeft aan dat de oorzaak die de wederbelichaming teweegbrengt avidyā is, niet-weten, eerder dan onwetendheid; want wanneer een zich wederbelichamende entiteit door herhaalde wederbelichamingen in de stoffelijke gebieden zich uit de knellende boeien van deze laatste heeft bevrijd en tot zelfbewuste erkenning van haar eigen goddelijke vermogens is gekomen, ontdoet zij zich daarmee van de ketenen of vermommingen van māyā en wordt wat een Jīvanmukta (zie aldaar) wordt genoemd. Alleen onvolmaakte zielen, of in het algemeen gesproken, monadische zielen worden door de cyclische werkingen en wetten van de natuur genoodzaakt de herhaalde wederbelichamingen op aarde en elders te ondergaan om de lessen in zelfoverwinning en beheersing van alle gebieden van de natuur te leren. Naarmate men aan wijsheid en kennis wint en zich dus steeds meer bewust wordt van het gevoel van verbondenheid met al wat is, met andere woorden, hoe meer men gelijk wordt aan zijn goddelijk-geestelijke tegenhanger, hoe minder men onderhevig is aan avidyā.

Het zijn in zekere zin de zaden van kāma-manas die, achtergebleven in het weefsel of het wezen van de reïncarnerende entiteit, werken als het kārana, als de reproducerende of werktuiglijke oorzaak van de reïncarnaties van een dergelijk wezen op aarde.

Hoewel de werking van het hogere Kāranopādhi overeenkomt met die van het lagere Kāranopādhi, of het zojuist beschreven Kārana-śarīra, behoort het niettemin tot het geestelijk-intellectuele deel van de constitutie van de mens en vormt de in de geestelijke monade inherente reproduktieve energie, die haar na de zonnepralaya doet terugkeren tot nieuwe werkzaamheden en een nieuwe reeks van belichamingen, beginnend bij de dageraad van de zonnemanvantara die op de zojuist beëindigde zonnepralaya volgt. Deze laatste Kāranopādhi of Kārana-śarīra houdt daarom rechtstreeks verband met het element-beginsel in de constitutie van de mens dat buddhi wordt genoemd — een sluier als het ware voor het aangezicht of om het wezen van de monadische essentie, ongeveer zoals Prakriti Purusha omgeeft, of Pradhāna Brahman, of zoals Mūlaprakriti de sluier of vermomming of śakti van Parabrahman is en dit omgeeft. Daarom komt bij de mens dit Kāranopādhi of oorzakelijk masker of voertuig in algemene zin overeen met buddhi-manas of de geestelijke ziel, waarin de geestelijke monade werkt en zich openbaart.

Terloops moet worden opgemerkt dat de leer aangaande de functies en werkingen van buddhi in de menselijke constitutie uiterst diepzinnig is, omdat in buddhi de oorzakelijke impulsen of prikkels liggen die de opbouw van de constitutie van de mens tot stand brengen en die, wanneer deze is voltooid en de mens een zevenvoudige entiteit is geworden, zich doen kennen als de verschillende lagen of eigenschappen van het aurisch ei (zie aldaar).

Het Kārana-śarīra, het Kāranopādhi, of het oorzakelijk lichaam, tenslotte, is de als voertuig dienende vorm of lichaamsvorm, voortgebracht door de werking van wat mystiek gesproken misschien wel het meest mysterieuze beginsel of element in de constitutie is, niet alleen van de mens, maar ook van het heelal — het zeer mysterieuze geestelijke bīja (zie aldaar).

Van het Kāranopādhi, het Kārana-śarīra, of het oorzakelijk lichaam, wordt met geringe verschillen in betekenis in verscheidene werken over de Hindoese wijsbegeerte een verklaring gegeven; maar al die werken moeten worden bestudeerd in het licht van de grote Wijsheid-Leer van archaïsche tijden, de Esoterische Theosofie. De bestudeerder loopt anders alle kans op een dwaalspoor te geraken.

Ik zou hier nog aan toe willen voegen dat de Sushupti-toestand, die van de diepe droomloze slaap, die een algehele ongevoeligheid van het menselijk bewustzijn voor alle indrukken van buitenaf met zich brengt, een stadium van bewustzijn is waar de adept doorheen moet, en in zijn gevoel bewust doorheen moet, voor hij de hoogste toestand van Samādhi, de Turīya-toestand, bereikt. Volgens de Vedānta-filosofie is de Turīya (wat “vierde” betekent) de vierde bewustzijnstoestand die de volledige adept zelfbewust kan ingaan en waarin hij één wordt met het kosmische Brahman. De Vedāntisten spreken van het Ānandamaya-kośa, dat ze omschrijven als het binnenste omhulsel, lichaam of voertuig dat het ātmisch bewustzijn omgeeft. Zo zien we dat het Ānandamaya-kośa en het Kārana-śarīra of Kāranopādhi en het buddhi in samenhang met de mānasische ego, praktisch identiek zijn.

De schrijver heeft zich enige moeite gegeven om de verschillende fasen van het occulte en esoterische theosofische denken die in dit artikel worden gegeven, uiteen te zetten en in het kort te ontwikkelen, omdat er over de aard, de kenmerken en de functies van het Kārana-śarīra of oorzakelijk lichaam vele en verschillende misverstanden en misvattingen bestaan.

< >