Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 11-08-2020

Unikonta

betekenis & definitie

Eén van de vijf evolutionaire hoofdlijnen van de Eukaryota, omvat o.a. amoeben, slijmzwammen, schimmels en dieren

De benaming Unikonta heeft geen officiële taxonomische status maar je zou het een subdomein (van het domein Eukaryota) kunnen noemen. De andere subdomeinen zijn Rhizaria, Excavata, Archaeplastida en Chromalveolata (zie de betreffende lemma’s).

Alle Unikonta zijn afgeleid van een oer-eukaryotische cel met één flagel (vandaar de naam). Dit is in tegenstelling tot alle andere Eukaryota die van oorsprong twee flagellen hebben (Bikonta); deze laatste term wordt echter niet meer gebruikt.

De Unikonta zijn direct na het ontstaan van de Eukaryota afgesplitst van de andere lijnen. Hoe precies is niet bekend. Alle Unikonta hebben een mitochondrion, maar geen van de Unikonta heeft een chloroplast. Deze eigenschap hebben ze gemeen met de Rhizaria. De andere drie subdomeinen hebben alle drie een chloroplast-endosymbiose ondergaan. Op basis van vergelijkend DNA-onderzoek en enkele kenmerkende biochemische overeenkomsten is er geen twijfel over de monofylie van de Unikonta.

De Unikonta worden onderverdeeld in twee grote groepen, Opisthokonta en Amoebozoa. Tot de eerste groep behoren de schimmels (regnum Fungi), de Choanoflagellata en de dieren (regnum Metazoa). Dat schimmels zo nauw verwant zijn aan dieren is voor veel mensen een verrassing; vroeger werden de schimmels bij de planten gezet. De choanoflagellaten vormen de protistengroep die het meest verwant is aan dieren; ze staan dicht bij de sponzen. De tweede hoofdgroep, Amoebozoa, omvat de klasse Lobosea, een groep naakte amoeben met lobvormige pseudopodia en amoeboïde voortbeweging, en twee klassen van slijmzwammen, Myxomycota (plasmodiale slijmzwammen, vormen een syncytium) en Dictyostelia (cellulaire slijmzwammen). Binnen de Unikonta is minstens drie keer meercelligheid geëvolueerd (slijmzammen, schimmels en dieren).