Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 24-07-2020

Cephalochordata

betekenis & definitie

Lancetvisjes; subfylum van de chordadieren, bekend vanwege hun bouwplan dat het prototype van de gewervelde dieren representeert

Cephalochordata ("schedellozen") vormen met Urochordata (manteldieren) de twee ongewervelde subfyla van het fylum Chordata, waartoe ook de gewervelde dieren behoren.

De bekendste vertegenwoordiger van de Cephalochordata is het lancetvisje Amphioxus (Branchiostoma). Dit lancetvormige dier van enkele cm graaft zich in de zeebodem, met zijn mond boven het sediment. Ondanks hun naam zijn het geen vissen; ze hebben geen kop, zelfs geen hersenen, alleen een oogvlek aan de voorkant. Maar ze hebben wel de typische kenmerken van de Chordata namelijk een systeem van spleten en bogen in de lichaamswand ter hoogte van de keelholte (farynx). De faryngeale spleten worden gebruikt om voedsel uit het water te zeven. Water dat via de mond naar binnen komt verlaat het lichaam via de spleten terwijl voedseldeeltjes achterblijven in de keelholte en doorgeslikt worden. Ze leven van filtratievoeding, net als zakpijpen (Urochordata) en eikelwormen (Hemichordata). De kieuwkorf, kenmerkend voor de Deuterostomia, is later bij de vissen gebruikt om de kieuwen aan op te hangen en bij hogere vertebraten omgebouwd ten behoeve van structuren in de kaak, middenoor en halsregio.

Ook andere kenmerken (chorda, neurale buis, postanale staart) komen overeen met gewervelde dieren, vandaar dat Amphioxus beschouwd wordt als de oervorm van de vertebraten. Het lancetvisje Branchiostoma heeft één cluster van vijftien Hox-genen; dit cluster wordt beschouwd als het prototype waaruit door een tweevoudige genoomduplicatie de vier paraloge clusters van de vertebraten ontstaan zijn. Het posteriore gedeelte van het cluster bevat echter meer genen dan gewoonlijk; mogelijk zijn daar duplicaties geweest die specifiek zijn voor de Cephalochordata.