ruïneren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ru-wie-ne-ren
1. kapot maken
♢ door dat voetballen hebben ze die tuin geruïneerd
2. iemand arm maken
♢ door het gokken was hij geruïneerd
Regelmatig werkwoord: ru-wie-ne-ren
ik ruïneer
jij/u ruïneert
hij/zij ruïneert
wij/zij/jullie ruïneren
ik/jij/u/hij/zij ruïneerde
wij/zij/jullie ruïneerden
hij heeft geruïneerd
de/het/een geruïneerde ....
Synoniemen
vernielen
Gepubliceerd op 14-11-2017
ruïneren
betekenis & definitie