overrompelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-rom-pe-len
1. onverwacht iets vertellen of onverwacht op bezoek komen
♢ Violet heeft me overrompeld met haar vraag
Regelmatig werkwoord: o-ver-rom-pe-len
ik overrompel
jij/u overrompelt
hij/zij overrompelt
wij/zij/jullie overrompelen
ik/jij/u/hij/zij overrompelde
wij/zij/jullie overrompelden
hij heeft overrompeld
de/het/een overrompelde ....
overrompelend, overrompelende
Synoniemen
overvallen
Gepubliceerd op 14-11-2017
overrompelen
betekenis & definitie