bezoek - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-zoek
1. het naar iemand toe gaan
♢ we gaan op bezoek bij Ahmed
2. de mensen die naar iemand toe gaan
♢ het bezoek bleef niet lang
Zelfstandig naamwoord: be-zoek
het bezoek
de bezoeken
het bezoekje
Synoniemen
visite
Gepubliceerd op 14-11-2017
bezoek
betekenis & definitie