omschakelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: om-scha-ke-len
1. door een schakelaar van richting veranderen
♢ de elektrische stroom wordt omgeschakeld
2. in een nieuwe toestand brengen
♢ toen het vrede werd moesten de soldaten enorm omschakelen
Regelmatig werkwoord: om-scha-ke-len
ik schakel om (... ik omschakel)
jij/u schakelt om (... jij omschakelt)
hij/zij schakelt om (... hij omschakelt)
wij/zij/jullie schakelen om (... wij omschakelen)
ik/jij/u/hij/zij schakelde om (... ik omschakelde)
wij/zij/jullie schakelden om (... wij omschakelden)
hij heeft omgeschakeld
de/het/een omgeschakelde ....
omschakelend, omschakelende
Gepubliceerd op 14-11-2017
omschakelen
betekenis & definitie