toen - bijwoord, voegwoord
1. na dat andere
♢ eerst trok ik mijn shirt aan en toen mijn trui
2. op dat ogenblik, in die tijd
♢ toen droegen we korte rokken
1. van toen af aan
[vanaf dat moment]
1. verwijst naar een tijdstip in het verleden
♢ vroeger, toen we nog vaak konden schaatsen
Bijwoord: toen
Voegwoord: toen
Synoniemen
daarna, dan, hierop, nadien, verder, vervolgens, voorts
Tegenstellingen
nou, nu
Gepubliceerd op 30-11-2017
toen
betekenis & definitie