drogen - regelmatig werkwoord
uitspraak: dro-gen
1. ervoor zorgen dat het water eruit gaat
♢ de was hangt te drogen aan de lijn
Regelmatig werkwoord: dro-gen
ik droog
jij/u droogt
hij/zij droogt
wij/zij/jullie drogen
ik/jij/u/hij/zij droogde
wij/zij/jullie droogden
hij heeft gedroogd
de/het/een gedroogde ....
drogend, drogende
Gepubliceerd op 14-11-2017
drogen
betekenis & definitie