Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bewaasd
- bewaken
- bewaking
- bewallen
- bewandelen
- bewapenen
- bewaren
- bewaring
- bewasemen
- bewassen
- bewassing
- bewateren
- beweegbaar
- beweeggrond
- beweegkracht
- beweeglijk
- beweegreden
- bewegen
- beweging
- bewegingloos
- bewegingmaker
- bewegingsleer
- bewegingsoorlog
- bewegingszenuw
- beweiden
- beweldadigen
- bewenen
- beweren
- bewering
- bewerkelijk
- bewerken
- bewerker
- bewerking
- bewerkstelligen
- bewerktuigd
- bewerktuiging
- bewesten
- bewieroken
- bewijs
- bewijsbaar
- bewijsgrond
- bewijskracht
- bewijslast
- bewijsmiddel
- bewijsplaats
- bewijsstuk
- bewijzen
- bewilligen (in)
- bewilliging
- bewimpelen
- bewind
- bewindhebber
- bewindsman
- bewindvoerder
- bewogen
- bewolken
- bewonderaar
- bewonderen
- bewonderenswaardig
- bewondering
- bewonen
- bewoner
- bewoonbaar
- bewoording
- bewust
- bewusteloos
- bewustheid
- bewustzijn
- bey
- Beyaart
- bezaagd
- bezaaien
- bezaan
- bezaansmast
- bezaansschoot, aan
- bezaatse
- bezadigd
- bezant, bizant
- bezegelen
- bezegeling
- bezeild
- bezeilen
- bezelaar
- bezem
- bezembinder
- bezemkruid
- bezemschoon
- bezemsteel
- bezending
- bezeren
- bezet
- bezeten
- bezetsel
- bezetten
- bezetting
- bezichtigen
- bezie
- bezield
- bezielen
- bezieling