Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- beuzelaar
- beuzelachtig
- beuzelarij
- beuzelen
- beuzeling
- beuzelpraat
- bevaarbaar
- bevaarbaarheid
- bevallen
- bevallig
- bevalligheid
- bevalling
- bevangen
- bevaren
- bevattelijk
- bevatten
- bevatting
- bevattingsvermogen
- bevechten
- bevederd
- beveiligen
- beveiliging
- bevel
- bevelen
- bevelhebber
- bevelschrift
- bevelvoerder
- bevelvoerend
- beven
- bever
- beverbont
- beverig
- beverik
- bevernel
- bevers
- bevestigen
- bevestigend
- bevestiging
- bevind
- bevinden
- bevinding
- beving
- bevitten
- bevlekken
- bevliegen
- bevlieging
- bevlijtigen, zich
- bevloeien
- bevloeiingswerken
- bevloeren
- bevloering
- bevochtigen
- bevochtiger
- bevoegd
- bevoegdheid
- bevoelen
- bevolken
- bevolking
- bevolkingscijfer
- bevolkingsregister
- bevolkingsstatistiek
- bevolkt
- bevoordelen
- bevooroordeeld
- bevoorrechten
- bevorderaar
- bevorderen
- bevordering
- bevorderlijk
- bevorens
- bevrachten
- bevrachter
- bevragen
- bevredigen
- bevredigend
- bevrediging
- bevreemden
- bevreemdend
- bevreemding
- bevreesd
- bevreesdheid
- bevriend
- bevriezen
- bevrijden
- bevrijding
- bevroeden
- bevroren
- bevruchten
- bevruchting
- bévue
- bevuilen
- bewaarder
- bewaarengel
- bewaargeving
- bewaarheiden, (soms) bewaarheden
- bewaarkluis
- bewaarloon
- bewaarplaats
- bewaarschool
- bewaarschoolhouderes