Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

ZWAAN (Ridderorde van den)

betekenis & definitie

Twee Orden van deezen naam vinden wij, in de aloude Geschiedenissen, vermeld; beiden, inderdaad, buiten de Vereenigde Gewesten, doch waarmede zommigen onzer Nederlandsche Edelen zullen bekleed geweest zijn, uit hoofde der naauwe betrekkingen, welke, al zints lang, tusschen het Vaderland dier Orden en onze Gewesten hebben plaats gehad.

Eene der Ridderorden van den Zwaan nam haaren oorsprong in Brabant; de stigter daar van, zegt men, was SALVIUS of SALUCIUS BRABO, van welken, naar de meening van zommigen, het straks genoemde Gewest zijnen naam zou ontleend hebben. Hoogloopende oneenigheden heerschten ’er, ’t eenigen tijde, onder de Grooten des Lands; menigvuldig waren de verwarringen, daar uit ontstaan, tot merkelijk nadeel der inwooneren van allerlei klassen en standen. Het beteugelen der driften, en het voorkomen der uitspattende gewelddaadigheden, was het prijswaardig oogmerk van het oprigten der Orde. Die van den Zwaan wierdt zij genoemd, om dat de Ridders, op een zwart kleed, eenen Zwaan, hangende aan een gouden Keten, op den borst droegen. De reden diens Zinnebeelds is ons niet gebleken, zo min als de tijd, in welken de Orde tot stand kwam.

De andere Ridderorde van den Zwaan nam haaren oorsprong in het Land van Kleef. Van de aanleiding daar toe ontmoeten wij de volgende opgave.

THEODORIK, of DIDERIK, Hertog van Kleef, in den jaare zevenhonderdelf, zijnde overleden, liet een eenige Dogter na, BEATRIX genaamd, welke hij tevens tot erfgenaame van alle zijne Landen en Heerlijkheden aanstelde. Landen, door eene Vrouw bezeten en beheerscht, waren, dikmaals, het voorwerp van baat- en heerschzuchtige Grooten, met de zwakheid des bewinds hun voordeel zoekende. Dit ondervondt, onder andere, Hertogin BEATRIX. Eenige nabuuren, haaren eigendom zich op eene wederregtelijke wijze tragtende aan te matigen, zogten vooraf zich van haaren persoon te verzekeren. BEATRIX, daar van de lucht hebbende geroken, nam haare toevlugt op het Kasteel Nieuwburg. Een dapper Ridder, met naame ELIAS, met mededogen omtrent de weerelooze Vrouwe aangedaan, en, veelligt, voor hem zelven iets beoogende, worp zich hier als haaren beschermer op. Gelukkig slaagde hij in zijn ontwerp.

De belaagde Hertogin bleef eigenaares, en voorts in het gerust bezit der Voorouderlijke nalaatenschap. Wat nu de aanleiding tot het oprigten der bovengemelde Ridderorde aangaat; naar het Verhaal zou deeze geweest zijn, dat de Ridder ELIAS eenen Zwaan in zijn Wapen voerde, en BEATRIX daar door op den inval gebragt wierdc, om, ter zijner eere, de meergenoemde Ridderorde in te stellen. Men voegt ’er nevens, dat de Hertogin, nog daarenboven, aan den kloekhartigen Ridder haare hand zou geschonken hebben. Dit, intusschen, is gantsch onzeker; gelijk, inderdaad, al wat omtrent deeze, en de eerstgenoemde Ridderorde, wordt verhaald, met veel fabelagtigs is omzet.

Zie GRYPHIUS Ritter. Orden; Histoire des Ordres Militaires, ou de Chevaliers.

< >