weleer eene sterke Schans, in het gedeelte der Provincie Stad en Lande van Groningen, de Oldampten genaamd, nabij den Dollart, en de Reijde of Oude Schans. Deeze Sterkte, in de Geschiedenissen van ons Vaderland zeer vermaard, wierdt, door de Spanjaarden, aangelegd, deels tot dekking, deels tot versterking van de Reijder Schans, als zijnde zo dicht bij elkander gebouwd, dat zij onderling over en weder zich beschieten konden.
Graaf WILLEM LODEWYK VAN NASSAU, Stadhouder van Friesland, in aanmerking hebbende genomen de groote aangelegenheid deezer Sterkte voor de Ommelanden, wierdt te raade, op dezelve eenen aanslag te waagen. Ten dien einde vertrok hij, met eenige Schepen, van Dokkum, en de Eems zijnde opgestevend, sloeg hij het beleg om den Schans, en maakte ’er zich meester van, naa eenige dagen schietens. Vergeefs tragte de Spaansche Bevelhebber VERDUGO hem van daar te verjaagen. Graaf WILLEM LODEWYK den Schans met nieuwe versterkingen voorzien hebbende, was dezelve hem van geen geringen dienst, ter bemagtiginge van de Stad Groningen, in welke hij, niet lang daar naa, gelukkig slaagde.Zie UBBO EMMIUS; P. WINSEMIUS, Kronijk van Vrieslandt.