Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

VIANEN, de Stad

betekenis & definitie

in de Heerlijkheid van dien naam, is eene kleine, doch oude en wel aangeleide Stad, twee uuren boven Utrecht, aan geene zijde van de Lek. Men heeft ’er vier Poorten: de Lek Poort, de Land Poort, de Hof Poort en de Oost Poort.

De Muuren rondom de Stad zijn oud, doch de Torens, die ’er voormaals op stonden, al voor lang afgebroken. Het getal der Huizen bedraagt ongeveer vierhonderd. De Kerk is een groot en fraai gebouw, met een dikken vierkanten Toren. Van binnen pronkt zij mee eene aanzienlijke Graftombe van Heere REINOUT VAN BREDERODE, in den Jaare 1556, te Brussel overleeden, en zedert herwaarts gevoerd. De Gemeente wordt door twee Predikanten bediend. Voorts heeft men ’er eene Fransche Gemeente, die haaren eigen Leeraar heeft, en twee Statiën van Roomschgezinden. Het Stadshuis is een goed gebouw, van binnen met de noodige Vertrekken voorzien. Het Kasteel, zedert oude tijden Batestein genaamd, wierdt gebouwd, in den Jaare 1371, door GYSBRECHT VAN VIANEN, en dus genaamd naar zijne Gemaalin, BEATRIX, of BATE, dogter van JAN DEN XIX, Heere van Egmond. De lompe zwaare Toren, van buiten zonder lichten en van binnen zonder wooning, in de wandeling Sint Pol of Simpol geheeten, ontleent dien naam van den Graave van SINT POL, in Artois, wiens Zoon, door gemelden Heer GYSBRECHT, in het Land van Gulik, gevangen genomen, en voor wiens Losgeld deeze Toren gestigt wierdt. Buiten de Stad ontmoet men het vermaaklijk Viaansche Bosch, nevens het Slot Amaliestein, door Heer HENRIK VAN BREDERODE gestigt, en naar zijne Gemaalin AMALIA VAN NIEUWENAAR, dus geheeten.

< >