Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

VERGADERING, GROOTE

betekenis & definitie

Bij deezen naam is, in ’s Lands Geschiedenissen, zeer vermaard, eene zamenkomst, welke, in den jaare 1651, in ‘s Graavenhage, gehouden wierdt, bestaande uit een aanzienlijk getal Afgevaardigden uit de zeven Veréénigde Gewesten. Zij diende, om, naa de volkomene verlossing des Lands van de Spaansche heerschappij, de algemeene zaaken, het gantsche Gemeenebest betreffende, op een vasten voet te brengen.

De Vergadering kwam bij een in de groote Zaal van het Hof, voordagtelijk ten dien einde opgeruimd, en behangen met de Vaandels, Kornetten en Wimpels, geduurende den tachtigjaarigen Oorlog op den Spanjaard veroverd. Op Woensdag, den achttienden Januarij des gemelden jaars, wierdt de eerste zamenkomst gehouden, onder voorzitting van den Heere PIBO VAN DONIA, toenmaals, op zijne beurt, wegens Friesland, President der Algemeene Staaten. Naa eene korte voorafspraak van den Voorzitter, opende de Heer JAKOB KATS, Raadpensionaris van Holland, de Vergadering met eene uitvoerige Rede; uit welke blijkt, dat de zaaken, die hier moesten verhandeld worden, de drie volgende stukken betroffen: de Unie, de Religie en de Militie. Omtrent het eerste stuk, de Unie naamelijk, kwam men tot geen vast besluit. Tot eene genoegzaame eenpaarigheid, egter, kwam men ten aanzien van den Godsdienst. Het besluit, daar op genomen, behelsde, hoofdzaakelijk „dat de Provinciën, elk in den haaren, zoude vasthouden, en met de magt van het Land handhaaven, den waaren Christlijken Hervormden Godsdienst, zo als dezelve alomme in de openbaare Kerken geleerd wierdt, en door het Sijnode van Dordrecht bevestigd was, zonder te gedoogen, dat ooit, door iemant, daar in verandering gemaakt wierdt. Dat de overige gezintheden, die alleenlijk gedoogd wierden, zouden gehouden worden in alle goede orde en stilte, en op geene plaatzen worden toegelaaten, dan daar zij tegenwoordig waren. Dat de Plakaaten tegen de Roomschgezinden in kragt blijven zouden.”

Op de Militie wierdt insgelijks een vaste voet beraamd, berekend naar de gesteldheid van Stadhouderlooze tijden. Voorts beraamde men eene Algemeene Vergiffenis, bij welke alle het voorgevallene van den voorgaanden Jaare 1650 voor vergeeten en vergeeven wierdt verklaard. Op den eenëntwintigsten Augustus des gemelden Jaars 1651 wierdt de Groote Vergadering beslooten met eene Redevoering, die wederom door den Raadpensionaris JAKOB KATS wierdt uitgesproken. Naa het eindigen van dezelve, begaven zich alle de leden, en die van andere hooge Kollegien na de Kerk, alwaar de Predikant KASPER STRESO eene plegtige Dankpredikatie en Gebed deedt, op de gelegenheid slaande. Op den dertienden September hieldt men, ter gelegenheid van het gelukkig eindigen der Groote Vergaderinge, in alle de Gewesten, een plegtigen Dankdag, op welken alomme de Klokken geluid, het Geschut gelost, en andere vreugde bedreven wierdt.

Zie J. WAGENAAR, Vaderl. Historie.

< >