een bekwaam Amderdamsch Landschapschilder, doch wiens geboortejaar wij niet vinden aangetekend. Naa zich, eenigen tijd, met de behandeling van het Penseel geneerd te hebben, wierdt hij een Kunstkooper.
Ten dien einde nam hij in zijnen dienst verscheiden goede Schilders, en jonge lieden, die geenen genoegzaamen naam hadden, om hunne kunstgewrogten, met voordeel, onder den man te brengen. Naar gelange van ieders smaak en bekwaamheid, welke UILENBURG zeer wel wist te beoordeelen, stelde hij deeze te werk tot het copiëeren van Stukken van beroemde Meesters; welke hij, vervolgens, met goed voordeel wist te slijten. Geene zwaarigheid maakte onze Kunsthandelaar, om nu en dan een onecht Stuk onder den hoop tre mengen. Dewijl zijn handel zich niet binnen de Nederlanden bepaalde, maar ook buitenslands wierdt gedreeven, krecg UILENBURG gelegenheid, om eene groote menigte, zo ltaliaansche als andere Schilderstukken, aan het Hof Van Berlijn te leveren. Om hem tot den inkoop in staat te stellen, ontving hij, bij wijze van voorverschot, eene somme van vierduizend guldens. Maar toen nu de levering zoude geschieden, zondt onze inhaalige kunstkooper eene zo groote menigte Schilderstukken na Berlijn, dat hij, voor dezelve, eene somme van dertigduizend guldens eischte. Doch de Keurvorst, niet genegen om zo veel gelds te besteeden, en, veelligt, ook bespeurerde, dat men hem, door het leveren van onechte Stukken, zogt op te ligten, weigerde deeze somme te betaalen, zondt den voorraad te rug, en schonk den Kunsthandelaar de verschootene somme van vierdnizend guldens, voor de genomene moeite en gedaane kosten. Dit voorval bragt UILENBURGS naam in veragting: weshalven hij te raade wierdt, na Engeland te vertrekken, alwaar hij den vermaarden PIETER LELY, NU en dan, de hand boodt, om agter deszelfs Portretten klederen en landschappen te schilderen. UILENBURG overleedt in Engeland; doch in welk jaar, is ons niet gebleeken.
Zie HOUBRAKEN.
