in het bijzonder bij de Latijnen genaamd, Praefectura Suburbana, een der Landschappen, onderhoorig aan de Stad Groningen. In oude schriften draagt het den naam van 't Goo en 't Woldregt. Hier komt in aanmerking de betekenis van ’t woord Gho of Goo, eigenlijk Gaauw, dat, in de oude Duitsche taal, zo veel als Land wil zeggen. Dus Goo-regt niets anders is, dan Land-regt; of Regtsgebied, ’t welk de Stad over dit Land oeffent.
Dit Landschap beslaat een smalle streek Lands, die de Stad omringt, doch inzonderheid naar ’t Zuiden of Zuidoosten zig uitstrekt, tot aan de grenzen van Drenthe. Men ziet hier de Zand- en Kleilanden zig onder elkander verwisselen. Door het zelve loopt de zogenaamde Bisschopsrugge; zijnde een zekere hoogte, die binnen de Stad Groningen haar begin neemende, van daar Zuidoostwaard voortgaat, door Drenthe, en eindigt in Munsterland. Op den bodem van dit Goo-regt, leggen tien, meest al fraaie en wel bevolkte Dorpen, als: Wierum, Noorddijk, Middelwert en Engelbert, Helpen, Haaren, Noordlaaren, Westerbroek, Koopswolde, Hogezand en Sapmeer.Zie BACHIENE, B. bl. 239, enz.
