een geleerd Man der jongstvoorgaande Eeuwe, wierdt te Amsterdam gebooren, in den Jaare 1610. Naa het stof der laagere Schoolen, al vroeg, te hebben afgeschud, vertrok hij na het Hoogeschool te Leiden. De Wijsbegeerte, volgens de begrippen van ARISTOTELES, was hier zijne hoofdbeoeffening, de beroemde BURGERSDYK in dezelve zijn Leermeester, en maakte hij, op diens voetspoor, zo snelle vorderingen, dat hij, reeds in zijn negentiende jaar, den trap van het Meesterschap beklom.
Uit een zijner uitgegeevene Werken mag men besluiten, dat hij zich tevens op de beoeffeninge der Geneeskunde zal hebben toegeleid. Sedert zijne bevordering tot het Meesterschap, verkoos hij de Godgeleerdheid ter zijner beoeffeninge, eerst aan het boven gemelde Hoogeschool, en naderhand te Franeker; de vermaardheid der beroemde Hoogleeraaren AMESIUS en MACCOVIUS hadt hem na Friesland gelokt. In de Wijsbegeerte nogthans, schijnt SENGUERDIUS voornaameliik uitgemunt, en in ’t beoeffenen van dezelve zijn hoofdbedrijf gesteld te hebben. Dit mogen wij afleiden uit het besluit der Bezorgeren van het Hoogeschool te Utrecht, als die, in den Jaare 1638, hem tot Buitengewoone Hoogleeraar in de Natuur- en Overnatuurkunde aanstelden, en in ’t volgende jaar de waardigheid van het gewoone Hoogleeraarampt opdroegen.
Eenigen tijd daar naa, doch onzeker in welk jaar, deedt de Stadhouder Prins FREDRIK HENDRIK aanzoek bij onzen SENGUERDIUS, om onderwijs te geeven in de Wijsbegeerte, aan het Doorluchtig School te Breda; doch hij wees dien voorslag van de hand, maar geenzins dien der Burgemeesteren van zijne Geboortestad, toen dezelve, in den Jaare 1648, hem verzogten, om den openstaanden Hoogleeraarsstoel van den beroemden CASPAR BARLEUS, aan hun Doorluchtig School, te vervullen.
In de maand Maij des gemelden jaars deedt hij zijne Intrede, met eene Redevoering over de waare Wijsbegeerte, welke hij zedert in het licht gaf. Eenigen tijd daar naa benoemden hem Hun Edele Groot Agtbaarheden tot Opziener der Openbaare Boekerije en tot Medebestuurder van het Latijnsche School.
SINGUERIUS overleedt in den Jaare 1667, in den ouderdom van ruim zesënvijftig jaaren. ’s Mans meest bekende Schriften zijn Introductio ad Physicam; Exercitationes Physicae; Ostrologia Corporis humani. Bij zijn, Huisvrouw CORNELIA WEBBER Verwekte hij, nog Hoogleeraar zijnde te Utrecht, eenen Zoon, WOLPHERDUS SENGUERDIUS genaamd. Deeze zich op de Regtsgeleerdheid en Wijsbegeerte toegeleid, en in beide Weetenschap verkreegen hebbende, wierdt, zedert, Hoogleeraar in de laatstgemelde Weetenschap, en Opziener der Boekerije, aan ‘s Lands Hoogeschool te Leiden, alwaar hij in den Jaare 1724 overleeden is. Men heeft van hem verscheiden Werken, de Natuurkunde betreffende.
Zie SOERMANS Akadem. Register; Biblioth. Belgica.