Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 24-11-2022

’s HEEREN-HENRIKS-KINDEREN-KERK

betekenis & definitie

’S HEEREN-HENRIKS-KINDEREN-KERK, BIJ VERkorting Heer-Heins-Kinderen-Kerk, een Zeeuwsch Dorp en Heerlijkheid, in Zuidbeveland, omtrent een half uur van de Stad Goes. Het voert dien naam, naar de Kinderen van zekeren Ridder Henrik, die het Kasteel, door den Vader begonnen, hebben doen voltooien. Het Kasteel, met zeer zwaar Muurwerk, van binnen voorzien met een vierkanten Voorhof, en uit het water rondom opgebouwd, bezit verscheiden Vrijdommen en Geregtigheden.

Voor deezen was de Heerlijkheid de eigendom der Heeren VAN MAALSTEDE, EERTIJDs een magtig Geslagt in Zeeland. Heer WOLFART VAN MAALSTEDE VERKOGT, in den Jaare 1440, deeze Ridderlijke wooning, met de landerijen, daar onder behoorende, aan Heere JAN RUIGROK VAN DER WERVE, WIENS Wapen, nog in ’t einde der jongstverloopene Eeuwe, aan den ingang, boven de Poort gezien wierdt. Naderhand zijn daar van eigenaars geweest de Heeren VAN WATERVLIET. IN DEN Jaare 1685 kwam dezelve aan den Heere PERPONCHER ZEDLENITSKI, EEN POOlsch Edelman, welks naakoomelingen nog heden, in de Stad Utrecht, in weezen en bewind zijn. Het Dorp heeft een tamelijk groote Kerk, met een fraaien Toren. De Predikant van Wissekerke neemt hier ook den Dienst waar.

< >