Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Roozendaal

betekenis & definitie

ROOZENDAAL, eene Vrije Heerlijkheid, met hoog en laag Regtsgebied, in Gelderland, in het Kwartier van de Veluwe, nog geen uur gaans ten Noordoosten van de Stad Arnhem. Reeds in den aanvang der Veertiende Eeuwe was Roozendaal als een Vorstelijk Slot bekend, behoorende aan de Hertogen van Gelder.

Merkelijken aanwas van luister ontving het Gebouw, naa dien tijd, door bestelling van Hertoginne ELEONORA, die het vergrootte en verbeterde, en met Torens versterkte. In de vernielende landtwisten, tusschen de Geldersche Geslagten VAN BRONKHORST en HEKEREN, diende het Slot, bij wijlen, tot eene wijkplaatze: waarom het wierdt afgebrand. Hertog REINOUD VAN GULIK deedt het, van nieuws, opbouwen; doch moest naderhand den spijt verduuren, dat het hem, door bestelling van zijnen broeder EDUARD, eenigen tijd, ter Gevangenisse diende. Naa dat Roozendaal, eenen reeks van jaaren, den Geldersche Vorsten tot eene Lustplaats of Zomerverblijf verstrekt hadt, schonk of verkogt Hertog KAREL VAN GELDER hetzelve, in den Jaare 1536, aan WILLEM VAN SCHERPENZEEL, Drost van Veluwe, en aan deszelfs Erfgenaamen. Uit dit Geslagt ging het over in den Huize VAN ARNHEM, waar van het, bij erfenisse, kwam aan den Baron TORCK, in welks Geslagt het tot heden toe gebleeven is. Naa dat Roozendaal, in de voorgaande Eeuwe, voor eene hooge Heerlijkheid verklaard was, bij het Hof van Gelderland, heeft de Landschap, in de maand April des Jaars 1722, van alle regt en aanspraak op Roozendaal, eens voor altoos, afstand gedaan. Van 't oude Gebouw zijn weinige Overblijfzels voorhanden, behalven een ronden zwaaren Toren. Alle de overige getimmerten zijn nieuw en zeer aanzienlijk. De uitgebreide Tuinen, Hovingen en Pantaadjen zijn, bij uitsteekendheid, bekoorlijk, van wegen de menigte Fontein- en Grotwerk, Watervallen, Vijvers en andere sieraaden, welke aan zulk een Gestigt luister kunnen bijzetten. Op de lijst der bekoorlijkste Lustplaatzen, mag Roozendaal bovenaan geplaatst worden. Langs het Huis, 't welk in het hangen van eenen Berg staat, loopt een Water, door ’t welk eenige Papiermolens aan den gang gebragt en gehouden worden. Het Bosch, tot de Heerlijkheid behoorende, strekt zich tot diep in de Veluwe uit. De Gereformeerde Opgezeetenen, tot deeze Heerlijkheid behoorende, plagten, voormaals, te Velp hunne openbaare Godsdienstoeffening te verrigten. De Heer heeft hun die moeite bespaard, door het bouwen van eene kleine doch zeer nette Kerk. Tot besluit merken wij nog aan, dat wijlen de Amsterdamsche Leeraar JOHANNES D’OUTREIN, terwijl hij nog Leeraar te Arnhem was, de Vermaakelijkheden van Roozendaal heeft bezongen, reeds in den Jaare 1699.

< >