Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 25-01-2023

Roodenburg, Floris

betekenis & definitie

FLORIS ROODENBURG. Niet even kloekmoedig en onversaagd betoonden zich de vroegste voorstanders der Hervormminge en van ’s Lands Vrijheid, in het handhaaven van hunne deugdelijke zaak.

Dus gedwee en schroomvallig van aart was FLORIS ROODENBURG, een aanzienlijk Koopman te Amsterdam. De Heer VAN BREDERODE, naa het vermaarde Smeekschrift der Edelen aan de Hertoginne Landvoogdesse te hebben overhandigd, zogt wijd en zijd Ondertekenaars tot het Verbond te winnen. Onder andere begaf hij zich, ten dien einde na Amsterdam. Veelen voldeeden ’er aan zijn Verzoek; doch ROODENBURG, ondanks zijnen ijver voor de goede zaak hadt het hart niet, om zijne naamtekening op het papier te stellen. Meerder hartlijkheid, als kunnende zulks met minder in ’t oogloopend gevaar geschieden, betoonde ROODENBURG, in de verlegenheid om geld, in welke de Heer VAN BREDERODE zich dikmaals bevondt. Dus stelde hij hem ter hand, deels uit eigen kas, deels uit die zijner vrienden, eene somme van vijfduizend negenhonderd guldens, en ontving, voor den ontvangst daar van, een schriftelijk bewijs. In merkelijke bekommering bragt ROODENBURG dit geschrift, in den Jaare 1568. Hij was thans bezet van Spaansche Soldaaten, terwijl hij den Schuldbrief bij zich hadt. Eene geweldige vreeze bekroop hem, dat de ontdekking hem voor eenen aanhanger van BREDERODE schuldig verklaaren, en vervolgens den hals zoude kosten. Om het dreigende gevaar te ontwijken, verzon hij een zonderling redmiddel. Hij stak het papier in zijnen mond, vermaalde het met zijne tanden, en sloeg het aldus ten lijve. Met het toebrengen van onderhandsche hulpe, doch met schroomvallig overleg, volhardde aldus FLORIS ROODENBURG in zijne Vrijheidminnende denkwijze, tot aan het einde zijns leevens.

< >