JOANNES IZAAK PONTANUS, van Haarlemsche Ouders, doch ter waereld gekoomen te Elzeneur, in Deenemarken, werwaarts dezelve, om zaaken, hen bijzonder betreffende, zich voor eene wijl tijds begeeven hadden. Zijne jeugd sleet hij voornaamelijk te Amsterdam, met het beoeffenen der Geneeskunde en Wijsbegeerte.
In de laatstgemelde Weetenschap beriepen hem de Verzorgers van het Geldersche Hoogeschool tot Hoogleeraar. Dit moet voorgevallen zijn in den aanvang der voorgaande Eeuwe. Althans was hij te Harderwijk, in die hoedanigheid, woonagtig, toen hij, in den Jaare 1611, eene Latijnsche Beschrijving van Amsterdam in het licht gaf. Daarenboven was PONTANUS Historieschrijver van den Koning van Deenemarke en van de Provincie van Gelderland. Behalven de gemelde Beschrijving, heeft hij verscheiden andere Werken naagelaaten, onder andere Discussionum Historicarum Libri II, of Historische Uitweidingen, in 2 Boeken, handelende, onder andere, over de vrije of onvrije Scheepvaart, of in hoe verre de Zee kan gezegd worden voor eenig volk open te staan of geslooten te zijn. Pontanus overleedt te Harderwijk, in den Jaare 1740.