Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

LATSMUS, JACOBUS

betekenis & definitie

JACOBUS LATSMUS, Kanunnik, en daarenboven Hoogleeraaf in de Godgeleerdheid op het Hoogeschool te Leuven, berugt wegens zijn wanhoopend sterven, het gevolg van het wederstreeven van den drang zijns gemoeds. Van hem wordt verhaald, dat hij, naa alvoorens der Hervorminge te zijn toegedaan geweest, naaderhand zich als een vijand daar van aanstelde.

Hij voerde de pen tegen verscheiden Mannen, die na verbetering in het Kerkelijke haakten, en dezelve voorstonden, als ERASMUS, LUTHER, OEKOLAMPADIUS en anderen. Op zekeren tijd, te Brussel, voor Keizer KAREL DEN V predikende, wierdt hij onverwagt van zulk eene bedremmeling bevangen, dat hij niets dan wartaal voortbragt, en onder zijne toehoorders een algemeeen lachen verwekte. Naa zijne wederkomst te Leuven overdagt hij menigmaalen dit vernederend voorval. Van overdenken verviel hij tot zelfverwijt, over ’t geen hij tegen zijn gemoed hadt gesproken en geschreeven, en eindelijk tot wanhoop. Dikmaals liet hij, in zijne Godgeleerde Lessen, zich ontvallen, dat hij tegen de waarheid hadt gestreeden. Om de indrukzels en uitwerking hier van te voorkoomen, welke ’er de voorstanders der Roomsche Kerke met reden van vreesden, hielde men hem, als eenen krankzinnige, opgeslooten. Dit belette niet dat hij, bij herhaalinge, uitriep: Hij was verdoemd en van God verworpen;

hij hadt op zaligheid noch vergiffenis te hoopen,

omdat hij met opzet tegen God hadt gestreeden.


Op den negenentwintigsten Maij des Jaars 1544 maakte de Dood een einde van zijn wanhoopig leeven.

Zie F. JUNIUS, van de Oordelen Gods, over de misdaaden der menschen.



LAURENTIUS, JACOBUS

JACOBUS LAURENTIUS, gebooren te Amsterdam, waarschijnlijk in den Jaare 1584. Van zijne Ouders opgeleid zijnde tot de bediening der Hervormde Kerke, verrigtte hij den predikdienst, agtervolgens, in de Gemeenten van Oude-Niedorp, Diemen, Hoogkarspel, Naarden en eindelijk te Amsterdam. Hier overleedt hij in de maand Maart, of in die van Maij des Jaars 1644. Van hem zijn verscheiden Twistschriften voorhanden, vooral tegen de Roomsche Kerk, met naame ook tegen zijnen Stadgenoot MAXIMILIANUS SANDAEUS, een lid van het Genootschap der Jesuiten. Zo veel belang scheen men te Rome in ’s Mans Schriften te stellen, dat ze aldaar verbooden wierden. Op verzoek van HENRIK JAKOBSZOON STAETS, Stads Timmerman, maakte LAURENTIUS, in den Jaare 1628, eene beschrijving in rijm, van de voornaamste Stadsgebouwen, onder opzigt van gemelden STAETS getimmerd. De Heer WAGENAAR getuigt, van dezelve meermaalen te hebben gebruik gemaakt.

Zie VEERIS, Kerkl. Alphab, VAL. ANDR. Bib. Belgica.



LAUWERS

een van ouds zeer vermaarde Stroom of Rivier, dienende, onder andere, tot eene Grensscheidinge tusschen de Provinciën Friesland en Groningen. Een zamenloop van oorzaak en heeft haare bedding, op veele plaatzen, merkelijk vernaauwd. Daar zij eertijds met tamelijken spoed droomde, is nu, hier en daar, droog Land.

Zie WINSEMIUS.

< >