Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

LALAING, KORNELIA VAN

betekenis & definitie

KORNELIA VAN LALAING, was de Zuster van den Graave VAN RENNENBERG, en Echtgenoote van den Baron VAN MONCEAUX. Naa verscheiden poogingen, door anderen vrugtloos aangewend, zou deeze, meent men, haaren broeder hebben overgehaald om van partij te wisselen, en de zijde der Staaten te verlaaten: een bedrijf, ’t welk, voor de Vrienden en Voorstanders der Vrijheid, vooral in de Provincie Groningen, de heilloosste gevolgen te wege bragt.

Zie R. TRESINGA Memorien.



LAMBERT, MOOI

MOOI LAMBERT,anders LAMBERT HENRIKSZOON genaamd, was Hopman ter Zee, voor Rotterdam, in den Jaare 1605. Veel afbreuks deeden, omtrent dien tijd, de Duinkerkers aan den Nederlandschen Koophandel en Scheepvaart, ’t Gelukte hem, geholpen van JAN GERBRANDSZOON, Onder-Admiraal van het Noorder-Kwartier, den Admiraal der Duinkerkers aan te tasten, zijn Schip te enteren en voorts ’er zich meester van te maaken. Zedert tot Schout-bij-Nacht onder het Kollegie van de Maze bevorderd, wierdt hij, in den Jaare 1607, onder den Admiraal JAKOB VAN HEEMSKERK na Gibraltar gezonden. Volgens het besluit van den Krijgsraad, naa het inloopen van de Straat gehouden, viel hem te beurte, om te gader met den Admiraal, den Spaanschen Admiraal D’AVILA aan te tasten. Bekend is het lot, welk den Heere VAN HEEMSKERK hier te beurt vieL Een Kogel, reeds in ’t begin des aanvals, van ’t vijandlijk Galjoen geschooten, nam zijn slinker been weg, en kort daar naa het leeven. MOOI LAMBERT, het Schip des gesneuvelden Admiraals kort op de hielen volgende, gaf den Spaanschen Admiraal de laag van agteren, en klampte hem aan boord. D’AVILA sneuvelde bij deeze gelegenheid, en boette alzo zijnen scherts kort vóór het begin des strijds; met het voorneemen der Hollanders, om zijne Vloot aan te tasten, hadt hij toen hartelijk gelachen, in den trotschen waan, met zijn Galjoen tegen alle de Staatsche Schepen het spits te zulien kunnen afbijten. MOOI LAMBERT, geholpen van twee andere Schepen, naa een hardnekkig gevegt, deedt ’er eerst de Vlag af haalen, en vervolgens eene menigte Volks overspringen. Een schroomlijk bloedbad en ’t verdrinken van veele Spanjaarden, uit wanhoop in Zee gesprongen, was ’t gevolg dier zege.

Indien MOOI LAMBERT de persoon geweest zij, welke door JEANNIN, in zijne Negotiatien, wordt bedoeld, moet hij een ijverig tegenstander geweest zijn van het Bestand met Spanje, waarover in den Jaare 1608 gehandeld, en ’t welk, evenwel, vervolgens geslooten wierdt. Hij verhaalt, naamelijk, dat een zeker persoon, LAMBERT genaamd, door Prins MAURITS na Frankrijk gezonden, aldaar verspreid hadt, dat de meeste Steden van Holland en gantsch Zeeland het eens waren met den Prinse, die liever zou willen sterven, dan in ’t Bestand bewilligen; als mede, dat de andere Gewesten de wet van Holland en Zeeland, met of tegen hunnen wil, zouden moeten ontvangen. MAURITS ontkende, zedert, iemand te hebben gezonden, om zulk een gerugt te doen loopen. Omdat hij zijn belang in het voortduuren des Oorlogs vondt, kan MOOI LAMBERT iet diergelijks van zich hebben laaten gaan.

Waarschijnlijk zal MOOI LAMBERT, geduurende het twaalfjarig Bestand, eenigen tijd hebben stil gezeeten. Niet vroeger althans, dan in den Jaare 1618, vinden wij zijnen naam vermeld. Tot de aanzienlijke waardigheid van Admiraal geklommen, ontmoeten wij hem in de Middelandsche Zee, kruizende met eene Vloot op de Turksche Zeeschuimers, wien hij merkelijken afbreuk deedt. Door zijne wakkerheid kreegen de Nederlandsche Koopvaardijschepen ruim baan, voor een tijd, in dit belangrijk vaarwater. Drie jaaren laater kruiste hij op de Duinkerkers, om hun het uitloopen en stooren van den Netderlandschen Scheepvaart te beletten. Hij volhardde, met tusschenpoozen, dusdanige verrigtingen, tot aan het einde zijns leevens, waar van wij het juiste tijdstip niet vermeld vinden.

Zie VELIUS; VAN DEN SANDE; Resol. van Holland, enz.

< >