Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 20-10-2022

GEESTERANUS, HENRICUS

betekenis & definitie

was, in het Jaar 1618, Predikant te Haarlem, en 1610 te Assendelft, alwaar hij de bekende Remonstrantie, nevens de andere Remonstranten, had geteekend. Doch, in het eerstgemelde Jaar, bekende hij, voor de Vergadering der Noordhollandsche Sijnode , te Enkhuizen, dat die gedaane ondertekening hem leed was. Doch hier mede was men nog niet voldaan; hij moest daarenboven, te Haarlem, voor de Gemeente schuldbekentenisse doen, en belijden, daar mede oorzaak tot vervreemding gegeeven te hebben, en belooven, zig in de Leere, en omtrent de Regeering, als een getrouw Herder voortaan te zullen gedraagen.

BRAADT, Historie der Reformatie, II. Deel, bl. 920.

< >