Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 19-04-2022

FILIPS, DIRK

betekenis & definitie

indien niet een voorganger, ten minste n een tijd- en amptgenoot van MENNO SIMONS. Hij werd gebooren te Eimden, in het Jaar 1504, en overleed aldaar, in het Jaar 1568 of 1570; zijnde geweest een zeer ijverig voorstander van de Leere der Doopsgezinden: moetende, als zodanig, wel zorgvuldig onderscheiden worden van de Leden der eertijds zo beruchte oproerige Wederdoopers, van welker toomloos en uitzinnig bedrijf alle de navolgers van MENNO SIMONS ten allen tijde, en nog heden ten dage de Doopsgezinden, een rechtmaatigen afkeer hebben.

Volgens het getuigenis van Gereformeerde en Roomschgezinde Schrijvers, heeft hij, in geleerdheid, MENNO overtroffen. Behalven OBBO, dien sonimige Mennoniten een Afvallige noemen, heeft hij nog een broeder gehad, LUCASFILIPSZ, die, onder de Oude Vlamingen, Leeraar te Haarlem geweest is.

Zie SCHYN en MAATSCHOON, Historie der Mennoniten, II Deel, bl, 325.

< >