was een jonger broeder van Graave WILLEM LODEWYK VAN NASSAU; een Heer, hoewel jong, egter van veele verdienden; waar door hij ook liet vertrouwen der Staaten geheel en al tot zig getrokken had. In het Jaar 1587 werd Groningen onder zijn bewind gesteld. MAURITS, in het Jaar 1593, naar Luxemburg gezonden zijnde, gelukte het hem, St. Vit te verrasten; waarna ook eenige Dorpen, hier en daar, in Limburg geplonderd en verbrand werden. Zeer dapper gedroeg hij zig, in het jaar 1594, bij de betegering van Groningen, hij maakte zig, met een hoop Schotten, meester van een Ravelijn, en bragt daar door niet weinig toe tot de verovering van die Stad.
Na, in het Jaar 1595, verscheiden proeven van dapperheid in Frankrijk gegeeven te hebben, had hij, van daar te rug gekeerd, zig met zijne bende gevoegd bij MAURITS, die, door hem versterkt zijnde, in de maand Julij, het beleg van Grol ondernam; doch de wakkere MONDRAGON noodzaakte hem, het zelve optebreeken. FILIPS VAN NASSAU trok toen, met vijfhonderd paarden, over de Rivier de Lippe, om de vijandelijke voorraadhaalders te overvallen. Hij geraakte daar bij in een schermutzeling, en werd zodanig gewond, dat hij eenige dagen, daar na overleed.
Vad. Hist. D. VIII. bl. 425.